Buisbloem

Schets van een buisbloem
A = vruchtbeginsel,
B = tot buis vergroeide kroon
met aan de top vier à vijf slipjes,
C = helmhokjes,
D = stijl met stamper
Buisbloemen van schijfkamille

Een groot aantal composieten heeft een bloemhoofdje met gele middelste bloemen (een geel "hart") en soms anders gekleurde krans van lintbloemen aan de rand van het hoofdje. Voorbeelden zijn de gewone margriet en het madeliefje. Het gele "hart" van een dergelijk bloemhoofdje bestaat uit buisbloemen of schijfbloemen, waarvan de kroon vergroeid is tot een buis. De buisbloemen zijn actinomorf: veelzijdig symmetrisch. Er bestaan echter ook composieten waarvan het bloemhoofdje bestaat uit alleen buisbloemen; van de in Nederland inheemse flora is dat ongeveer een derde.

Alleen buisbloemen

Hierbij een aantal voorbeelden van planten die alleen buisbloemen hebben:

  • Boerenwormkruid
  • Goudknopje
  • Klein kruiskruid
  • Schijfkamille
  • Veerdelig tandzaad
  • Hoofdje met buisbloemen van echte kamille
    Hoofdje met buisbloemen van echte kamille
  • Hoofdje met buisbloemen van boerenwormkruid
    Hoofdje met buisbloemen van boerenwormkruid
  • Hoofdje met buisbloemen van Jakobskruiskruid
    Hoofdje met buisbloemen van Jakobskruiskruid
  • Hoofdje met buisbloemen van riviertandzaad
    Hoofdje met buisbloemen van riviertandzaad
  • Madeliefje met een hart van buisbloemen en een rand van straalbloemen
    Madeliefje met een hart van buisbloemen en een rand van straalbloemen
  • Korenbloemen met alleen buisbloemen
    Korenbloemen met alleen buisbloemen
  • Buisbloemen van ruige rudbeckia
    Buisbloemen van ruige rudbeckia

Zie ook

Mediabestanden
Zie de categorie Disc florets van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.