Chorion

1 - vruchtzak of amnionholte, 2 - dooierzak, 3 - chorionholte
De vroege vorming van allantoïs en differentiatie van de hechtsteel. 1 vruchtzak of amnionholte, 2 hechtsteel, 3 allantoïs, 4 dooierzak, 5 chorion

Het chorion komt voor bij een zwangerschap en bestaat uit twee lagen en zit rond het embryo bij de reptielen, vogels en zoogdieren. De buitenste laag wordt gevormd door de trofoblast, en de binnenste door het somatische mesoderm; het amnion of vruchtvlies maakt contact met de binnenste laag.

De chorionholte wordt uiteindelijk geheel gevuld door de vruchtzak (amnionholte) en vergroeien het chorion en amnion.

De trofoblast bestaat uit een binnenste laag van kubische of prismatische cellen, de cytotrofoblast of laag van Langhans, en een buitenste laag bestaande uit een veelkernig protoplasma zonder celwanden, de syncytiotrofoblast.

De chorionvilli groeien uit het chorion en dringen het endometrium of baarmoederslijmvlies binnen, waardoor voedingsstoffen uit het bloed van de moeder overgedragen worden naar het bloed van het embryo en later naar de foetus. De chorionvilli bestaan in het begin alleen uit de trofoblast, zijn dan nog klein en hebben geen bloedvaten. Bij het groter worden gaan ze zich vertakken en groeit het mesoderm met de navelstrengaders in de chorionvilli.

Het bloed stroomt naar de villi door de twee navelstrengslagaders, die zich vertakken in chorionslagaders en de chorionvilli ingaan als cotyledonslagaders. Na circulering door de capillairen van de villi, stroomt het bloed terug naar de vrucht door de navelstrengader. Tot ongeveer het einde van de tweede maand van de zwangerschap bedekken de villi het gehele chorion en hebben ze bijna dezelfde vorm. Daarna ontwikkelen ze zich ongelijk.

De navelstreng bevat drie vaten; twee slagaders (arteriae umbilicales) voor de toevoer van zuurstofarm bloed vanaf het hart van de baby naar de placenta, en een ader (vena umbilicalis) die zuurstof en voedingsstoffen naar het kind brengt. Deze navelstrengvaten zijn omgeven door de gelei van Wharton.

Het deel van het chorion dat in contact komt met de decidua capsularis atrofieert, waardoor in de vierde maand van de zwangerschap daar bijna niets meer over is van de villi. Dit deel van het chorion wordt glad en wordt het chorion laeve (van het Latijnse woord levis, dat glad betekent) genoemd. Het neemt geen deel aan de vorming van de placenta en wordt wel het niet-placentale deel van het chorion genoemd. Als het chorion groeit komt het gladde gedeelte in aanraking met de decidua parietalis en fuseert het met deze lagen.

De villi bij de embryopool die in contact staan met de decidua basalis worden sterk vergroot en meer complex. Dit deel wordt het chorion frondosum genoemd.

De placenta wordt gevormd door het chorion frondosum en de decidua basalis.

Monochoriontweelingen

Monochoriontweelingen zijn eeneiige tweelingen die dezelfde placenta met elkaar delen. Dit komt in 0,3% van alle zwangerschappen voor[1] en in 75% van de eeneiige tweelingen als de splitsing na de derde dag van de bevruchting optreedt.[2]

Afbeeldingen

  • Chorion ontstaan tijdens de evolutie
    Chorion ontstaan tijdens de evolutie
  • Vorming van de secundaire uitstulpingen (villi)
    Vorming van de secundaire uitstulpingen (villi)
  • Dwarsdoorsnede van een zich vormende tertiaire uitstulping (villus)
    Dwarsdoorsnede van een zich vormende tertiaire uitstulping (villus)
  • Schema van een menselijke placenta
    Schema van een menselijke placenta
  • Villi van het chorion
    Villi van het chorion
  • Primaire chorionvilli. Schematisch.
    Primaire chorionvilli. Schematisch.
  • Secondaire chorionvilli. Schematisch.
    Secondaire chorionvilli. Schematisch.
  • Omkaderd het placentacotyledon
    Omkaderd het placentacotyledon
  • Derde en vierde maand van de zwangerschap
    Derde en vierde maand van de zwangerschap
  • Gedeelten van het baarmoederslijmvlies: A. Baarmoeder bij een niet zwangere. B. Decidua parietalis; het slijmvlies van de baarmoeder bij een zwangere (niet onderaan de placenta).
    Gedeelten van het baarmoederslijmvlies: A. Baarmoeder bij een niet zwangere. B. Decidua parietalis; het slijmvlies van de baarmoeder bij een zwangere (niet onderaan de placenta).
  • Bloedcirculatie naar en van de vrucht. De grote, roodgekleurde ader is de navelstrengader. De navelstrenslagaders zijn purper gekleurd en omwikkelen de navelstrengader.
    Bloedcirculatie naar en van de vrucht. De grote, roodgekleurde ader is de navelstrengader. De navelstrenslagaders zijn purper gekleurd en omwikkelen de navelstrengader.
  • Kippenei op de negende dag na de bevruchting
    Kippenei op de negende dag na de bevruchting

Zie ook

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Cordero L, Franco A, Joy SD, O'shaughnessy RW, Monochorionic diamniotic infants without twin-to-twin transfusion syndrome, Journal of Perinatology, 25, 12, blz. 753–8, december 2005, pmid=16281049, doi=10.1038/sj.jp.7211405
  2. Shulman, Lee S., van Vugt, John M. G., Prenatal medicine, Taylor & Francis, =Washington, DC, 2006, b;z. 447, isbn=0-8247-2844-0
· · Sjabloon bewerken
Menselijke embryogenese in de eerste drie weken na de bevruchting
Week 1:Baarmoederslijmvlies · Decidua · Oöcyt activering · Ovariële follikel · Corpus luteum · Eicel · Zona pellucida · Corona radiata · Vitellogenese · Vitellinemembraan · Vitellinekanaal · Bevruchting · Zygote · Embryo · Klieving · Morula · Blastula · Blastocyste · Blastopore · Trofoblast · Blastomeer · Cavitatie · Blastocoel · Embryoblast
Week 2:Kiemschijf · Hypoblast · Epiblast · Monoblast · Diploblast · Tripoblast
Week 3:Archenteron · Primitiefstreep · Primitiefpit · Primitiefknoop · Primitiefgroef · Gastrula · Gastrulatie · Embryonale inductie · Allantois · Mesendoderm · Invaginatie (gastrulatie) · Hechtsteel · Extra-embryonaalmesoderm · Chorionvilli · Dooierzak · Neurale groeve · Neurulatie · Neurale plaat · Neurale lijst · Neurale buis · Neuralebuisdefect · Voorlopernier
Ectoderm:Oppervlakte-ectoderm · Neuro-ectoderm · Neurulatie · Neurale lijst· Zakje van Rathke
Mesoderm:Mesenchymatische stamcel · Axiaalmesoderm · Paraxiaalmesoderm · (Somiet · Somitomeer) · Tussenliggend mesoderm · Laterale plaat · Coeloom · Coeloom · Splanchnopleur mesenchym · Somatopleurmesenchym · Chorion · Chorionvilli · Amnion (Vruchtvlies) · Vruchtwater · Vruchtzak (Vruchtblaas) · Allantois · Mesenchym
Endoderm:Visceraal endoderm
Overige termen:20 wekenecho · Achterhoorn · Agenesie · Alvleesklierknop · Ampulla tubae uterinae · Amniotomie · Arteriae umbilicales · Bekkeninstabiliteit · Bloedeilandje · Buccofaryngeaal membraan · Chorioamnionitis · Chorda dorsalis (notochord) · Cloaca · Cystic divertikel · Doppler foetus monitor · Ductus arteriosus · Ductus venosus · Echografie · Erytropoëse · Foetale bloedsomloop · Foetale pool · Foetus · Foetushouding · Foramen ovale · Fysiologische veranderingen tijdens de zwangerschap · Gehoorblaasje · Gelei van Wharton · Groeiecho · Harde buik · Helm · Hersenblaasje · Intra-uteriene vruchtdood · In-vitrofertilisatie · Kiembaan · Kieuwspleet · Kieuwboog · Kieuwzakje · Kop-romplengte · Kunstmatige inseminatie bij de mens · Laag van Nitabuch · laag van Rohr · Lanugo · Meconium · Membraan van Heuser · Membraan van Reichert · Menselijke vruchtbaarheid · Metanefrogeen blasteem · Miskraam · Mittelschmerz · Moederkoek · Oernier · Oernierkanaal · Nageboorte · Navelstreng · Navelstrengbloed · Oogbeker · Oorplacode · Optisch blaasje · Placenta · Placentaloslating · Placentofagie · Polyhydramnion · Pretecho · Septum urorectale · Spildraai · Spiraalarterie · Stomodeum · Stroma (eierstok) · Stuitligging · Superfecundatie · Superfoetatie · Termijnecho · Urachus · Urineleiderknop · Vasa praevia · Vena umbilicalis · Vitaliteitsecho · Voorhoorn · Vroeggeboorte · Vruchtwaterpunctie · Zwangerschap · Zwangerschapscategorie · Zwangerschapsecho · Zwangerschapsmisselijkheid · Zwangerschapsvergiftiging · Zweedse Classificatie