Kievse Kroniek

De Kievse Kroniek of Kyivse Kroniek is een kroniek van het Kievse Rijk. Hij werd rond 1200 in het Vydoebitski-klooster geschreven als een voortzetting van de Primaire Kroniek (Nestorkroniek).[1] Hij is bekendin twee handschriften: een exemplaar in de Hypatiuscodex (circa 1425) en een kopie in de Chlebnikovcodex (circa 1575); in beide codices is de Kievse Kroniek ingevoegd tussen de Primaire Kroniek en de Galicisch-Wolhynische Kroniek.[2][3] Hij bestrijkt de periode van 1118, waar de Primaire Kroniek eindigt, tot ongeveer 1200, hoewel wetenschappers het oneens zijn waar precies de Kievse Kroniek eindigt en de Galicisch-Wolhynische Kroniek begint.[a]

Samenstelling

Onder de bronnen die door de anonieme kroniekschrijver werden gebruikt, waren:

  • een kroniek van de stad Perejaslavl;[1]
  • verschillende familiekronieken van de Monomachovitsjen, in het bijzonder van Roerik Rostislavitsj, Igor Svjatoslavitsj (de hoofdpersoon in het Igorlied), Oleg III Svjatoslavitsj en Vladimir Glebovitsj;[1]
  • een kroniek van het Holenklooster van Kiev.[1]

Er zijn aanwijzingen dat een redacteur in de 13e eeuw materiaal uit de Galicisch-Wolhynische Kroniek heeft toegevoegd.[1] Omdat de bronnen, afgezien van de monastieke kronieken, seculier zijn en waarschijnlijk niet door monniken geschreven, is de Kievse Kroniek een politiek-militair verhaal over het uiteenvallen van het Kievse Rijk, waarin de verschillende vorsten van de Roes de hoofdrol spelen.[5] Het bevat een historiografisch verslag van de gebeurtenissen in het Igorlied, waarin de basisvolgorde van de gebeurtenissen hetzelfde is.[6] Het bevat ook een verhaal over het martelaarschap van vorst Igor Olgovitsj in 1147.[7]

Pelenski (1987) wees erop dat de Kievse Kroniek een lengte heeft van 431 kolommen, waarin een periode van ongeveer 80 jaar wordt beschreven; een veel hogere informatiedichtheid dan de Primaire Kroniek, waarin maar liefst 258 jaar wordt beschreven in slechts 283 (eigenlijk 286) kolommen.[8] Desondanks had destijds de Kievse Kroniek veel minder aandacht gekregen van onderzoekers dan de Primaire Kroniek.[8]

Auteurschap

Gebaseerd op de Paterik van het Kievse Holenklooster uit 1661, begonnen 17e-eeuwse schrijvers te beweren dat Nestor veel van de overgebleven kronieken van Kievse Roes schreef,[9] inclusief de Primaire Kroniek (daarom ook wel "Nestorkroniek" genoemd), de Kievse Kroniek en de Galicisch-Wolhynische Kroniek.[10] Echter vonden veel van de daarin beschreven gebeurtenissen plaats in het verloop van de 12e en 13e eeuw, lang na de dood van Nestor omstreeks 1114.[10] In de jaren 1830 tot rond 1900 was er een fel academisch debat over het auteurschap van Nestor, maar de vraag bleef onopgelost en het geloof in het Nestoriaanse auteurschap bleef volharden.[11]

Inhoud

Structuur

Dit is een koningslijst gevonden in de Kievse Kroniek; de hier gegeven jaartallen zijn mogelijk niet historisch betrouwbaar en niet alle personen waren grootvorst van Kiev. Zie daarvoor Lijst van vorsten van Kiev.

Lisa Lynn Heinrich (1977) verdeelde de Kievse Kroniek in de volgende hoofdstukken:[12]

  1. Laatste jaren van Vladimir II Monomach; regering van Mstislav Vladimirovitsj (1118–1126)
  2. Regering van Vsevolod Olgovitsj (1140–1146)
  3. Regering van Izjaslav Mstislavitsj (1146–1147)
  4. Regering van Izjaslav Mstislavitsj (1148–1149)
  5. Regering van Joeri Vladimirovitsj (1149–1150)
  6. Regering van Joeri Vladimirovitsj (1151)
  7. Regering van Joeri Vladimirovitsj (1152–1154)
  8. Regering van Rostislav Joerjevitsj (van Novgorod), Joeri Vladimirovitsj en Izjaslav Davidovitsj (1154–1160)
  9. Regering van Rostislav Mstislavitsj (1160–1169)
  10. Regering van Mstislav Izjaslavitsj, Gleb Joerjevitsj, Vladimir Jaroslavitsj en Roman Rostislavitsj (1169–1174)
  11. Regering van Jaroslav Izjaslavitsj (1174–1180)
  12. - 15. Regering van Svjatoslav Vsevolodovitsj en Roerik Rostislavitsj (1180–1200)

Stijl en gebeurtenissen

De Kievse Kroniek is een rechtstreekse voortzetting van de tekst van de Primaire Kroniek.[13] De oorspronkelijke tekst van de Kievse Kroniek is verloren gegaan; de versies die bewaard zijn gebleven in de Hypatiuscodex en Chlebnikovcodex zijn niet van elkaar gekopieerd, maar delen een gemeenschappelijke voorouder die (tot dusver) niet is teruggevonden.[4][14]

In tegenstelling tot de Primaire Kroniek, waarin de Litouwers werden afgeschilderd als een volk dat onderworpen was door Jaroslav de Wijze en tot minstens het begin van de 12e eeuw tribuut bracht aan de Kievse Roes, vertelt de Kievse Kroniek over een veldtocht uit 1132 waarin een Roes' leger Litouwse nederzettingen had platgebrand, maar op de terugweg door de Litouwers in een hinderlaag werd gelokt en zware verliezen leed.[15]

De Kievse Kroniek bevat verwijzingen naar de val van Jeruzalem in 1187 en de dood van keizer Frederik Barbarossa tijdens de Derde Kruistocht in 1190, waarbij het eerste – en het mislukken van de kruistocht – werd beschouwd als een goddelijke straf voor de zonde en het laatste als een martelaarschap.[16]

Einde

Er is geen consensus onder onderzoekers waar de Kievse Kroniek eindigt en de Galicisch-Wolhynische Kroniek begint.[a][17] Volgens Jusupović (2022) eindigt de tekst van de Kievse Kroniek in de Chlebnikovcodex in het jaar 6704 (1196), maar in de Hypatiuscodex in het jaar 6706 (1198).[2] De notitie van het jaar 6709 ("1199"; moet eigenlijk "1200" zijn) bevat een lange lofzang, waarin Roerik Rostislavitsj wordt geprezen (met tussenpozen grootvorst van Kiev tussen 1173 en 1210, overleden in 1215), eindigend met "Amen".[13][17] Daarop volgt het zinnetje: "Het begin van de regering van grootvorst Roman, vorst van Galicië (Halytsj), wiens domein het gehele land van Roes' was."[17] Volgens Perfecky (1973) en Heinrich (1977) eindigt de Kievse Kroniek daar.[13][17] Eerdere wetenschappers zagen dit echter als de eerste zin van de Galicisch-Wolhynische Kroniek, waaronder Bestuzev-Rjumin, A. Galaxov (1863),[17] en PSRL (1908).[18]

Zie ook

  • Primaire Kroniek (Nestorkroniek) – kroniek van het Kievse Rijk van 852 tot 1110 die voorafging aan de Kievse Kroniek
  • Novgorodse Eerste Kroniek – kroniek van Veliki Novgorod die eerder is ontstaan dan de Primaire Kroniek, deze soms tegenspreekt en uniek materiaal bevat
  • Soezdalse Kroniek – kroniek die rond dezelfde tijd als de Kievse Kroniek werd geschreven en veel inhoudelijke overeenkomsten heeft, maar ook opvallende verschillen
  • Galicisch–Wolhynische Kroniek – voortzetting van de Kievse Kroniek vanaf ongeveer 1200 tot 1292
Bronnen, noten en/of referenties
  • Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Kievan Chronicle op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
Primaire bronnen
  • (Oudkerkslavisch) Izbornyk (1908). Кіевскій лЂтописный сводъ. Літопис Руський за Іпатіївським списком (видання 1908 року) Kievskij lЂtopysnыj svod". Litopys Rus'kyj za Ipatijivs'kym spyskom (vydannja 1908 roku) [De Kyivse Kroniekencollectie. De Roes' Kroniek volgens de Hypatiuscodex (editie 1908). Typografie van M. A. Aleksandrov / Izbornyk, Sint-Petersburg, 285–715. Geraadpleegd op 19 mei 2023. (Polnoe sobranie russkikh letopisei, PSRL; "Complete Collectie van Russische Kronieken", Deel 2. 3e Editie. Col. 15.)
Literatuur
  • Børtnes, Jostein (1989). The Cambridge History of Russian Literature. Cambridge University Press, "The Literature of Old Russia, 988–1730".
  • Heinrich, Lisa Lynn (1977). The Kievan Chronicle: A Translation and Commentary. Vanderbilt University. ProQuest 7812419.
  • (en) Hristova, Daniela (2006). Major Textual Boundary of Linguistic Usage in the Galician-Volhynian Chronicle. Russian History (Brill) 33 (2/4): 313–331.
  • Isoaho, Mari H. (2017). Battle for Jerusalem in Kievan Rus': Igor's Campaign (1185) and the Battle of Hattin (1187). Palaeoslavica 25 (2): 38–62.
  • Jusupović, Adrian (2022). The Chronicle of Halych-Volhynia and Historical Collections in Medieval Rus'. Brill, Leiden, pp. 268. ISBN 9789004509306. Geraadpleegd op 18 mei 2023.
  • (ru) Kloss, Boris (1998). Предисловие К Изданию 1998 Г. Літопис Руський за Іпатіївським списком [Voorwoord bij editie 1998 van de Roes' Kroniek volgens de Hypatiuscodex]. Izbornyk, Moskou. Geraadpleegd op 23 mei 2023. (Polnoe sobranie russkikh letopisei, PSRL; "Complete Collectie van Russische Kronieken", Deel 2. 3e Editie. Col. 15. Herdruk Moskou 1998).
  • Ostrowski, Donald (March 1981). Textual Criticism and the Povest' vremennykh let: Some Theoretical Considerations. Harvard Ukrainian Studies 5 (1): 11–31 (Harvard Ukrainian Research Institute). Geraadpleegd op 6 mei 2023.
  • Pelenski, Jaroslaw (1987). The Sack of Kiev of 1169: Its Significance for the Succession to Kievan Rus'. Harvard Ukrainian Studies 11 (3): 303–316 (Harvard Ukrainian Research Institute). Herdrukt in Pelenski, The Contest for the Legacy of Kievan Rus'.
  • Perfecky, George A. (1973). The Hypatian Codex Part Two: The Galician–Volynian Chronicle. An annotated translation by George A. Perfecky. Wilhelm Fink Verlag, München.
  • Plokhy, Serhii (2006). The Origins of the Slavic Nations: Premodern Identities in Russia, Ukraine, and Belarus. Cambridge University Press, New York, pp. 378. ISBN 978-0-521-86403-9.
  • Tolochko, Oleksiy (2007). On "Nestor the Chronicler". Harvard Ukrainian Studies 29 (1): 31–59 (Harvard University). Geraadpleegd op 30 september 2022.
Noten
  1. a b Daniela S. Hristova (2006): 'Net als de titels "Kievse" kroniek (KС) en "Galicisch–Wolhynische" kroniek, is de grens tussen deze twee kronieken en tussen de KС en PVL een wetenschappelijke zoektocht; er is niets in de tekst zelf dat aangeeft waar de ene kroniek eindigt en de andere begint. Helaas voor ons, de post-Gutenberg lezers, ontbreekt in de middeleeuwse kronieken de interpunctie die moderne teksten verfraait en de ruimte tussen woorden, hoofdstukken en delen oplegt door de moderne typografie.'[4]
Referenties
  1. a b c d e Heinrich 1977, p. v.
  2. a b Jusupović 2022, p. 12.
  3. Tolochko 2007, p. 47–48.
  4. a b Hristova 2006, p. 314.
  5. Heinrich 1977, pp. v–vi.
  6. Børtnes 1989, p. 17.
  7. Børtnes 1989, p. 21.
  8. a b Pelenski 1987, p. 307–308.
  9. Tolochko 2007, p. 31.
  10. a b Tolochko 2007, p. 47.
  11. Tolochko 2007, p. 32–33.
  12. Heinrich 1977, pp. x–xi.
  13. a b c Heinrich 1977, p. iv.
  14. Ostrowski 1981, p. 21.
  15. Plokhy 2006, p. 90.
  16. Isoaho 2017.
  17. a b c d e Perfecky 1973, p. 127.
  18. Izbornyk 1908, p. 715.
Bibliografische informatie