Kleine zandboa

Kleine zandboa
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2016)
Exemplaar uit Peloponnesos, Griekenland.
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Squamata (Schubreptielen)
Onderorde:Serpentes (Slangen)
Superfamilie:Booidea
Familie:Boidae (Reuzenslangen)
Onderfamilie:Erycinae
Geslacht:Eryx (Zandboa's)
Soort
Eryx jaculus
Linnaeus, 1758
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Kleine zandboa op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

De kleine zandboa[2] of zandboa[3] (Eryx jaculus) is een slang uit de familie reuzenslangen (Boidae).

Naam en indeling

De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst voorgesteld door Carl Linnaeus in 1758. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naam Anguis Jaculus gebruikt.[4]

Verspreiding en habitat

De kleine zandboa komt voor in delen van oostelijk en zuidelijk Europa tot het Midden-Oosten en leeft in de landen Marokko, Algerije, Tunesië, Libië, Egypte, Israël, Syrië, Roemenië, Italië, Macedonië, Cyprus, Iran, Irak, Jordanië, Saoedi-Arabië, Turkije, Bulgarije, Roemenië, delen van voormalig Joegoslavië, Albanië, Griekenland, Rusland, Armenië, Georgië en Azerbeidzjan.[4]

Deze boa is te vinden in droge, open zanderige gebieden met enige vegetatie maar geen bossen. De slang ligt namelijk half ingegraven te wachten op een prooi om deze te verrassen en vanwege de kleur valt de boa alleen in zand niet op. De habitat bestaat uit verschillende typen scrublands, graslanden en woestijnen. Ook in door de mens aangepaste streken zoals landelijke tuinen, plantages en weilanden kan de slang worden aangetroffen. De kleine zandboa is aangetroffen van zeeniveau tot op een hoogte van ongeveer 1700 meter boven zeeniveau.[5]

Uiterlijke kenmerken

De lichaamskleur is zoals de naam al aangeeft zandkleurig; lichtbruin met een donkerbruine tekening die meestal een kruising is tussen een zigzag- en een nettekening. De kop is rond en stomp en is vaak moeilijk van de staart te onderscheiden. De ogen zijn relatief klein en hebben een verticale pupil. Tot 80 cm in lengte.[6]

Levenswijze

Het voedsel bestaat uit kleine zoogdieren en vogels maar ook hagedissen worden gegeten. De prooi wordt razendsnel gegrepen als deze te dichtbij komt en de slang vervolgens uit het zand omhoog schiet. Als een prooi wat groter is wordt deze eerst gewurgd en dan pas doorgeslikt. De kleine zandboa is een echte bodembewoner die niet klimt. De boa is eierlevendbarend, er worden geen eieren afgezet maar de jongen komen geheel ontwikkeld ter wereld.

Beschermingsstatus

Door de internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN is de beschermingsstatus 'veilig' toegewezen (Least Concern of LC).[5]

Externe link

  • Enkele foto's van de kleine zandboa

Bronvermelding

Referenties

  1. (en) Kleine zandboa op de IUCN Red List of Threatened Species.
  2. Bernhard Grzimek (1971). Het Leven Der Dieren Deel VI: Reptielen. Kindler Verlag AG, Pagina 444. ISBN 90 274 8626 3.
  3. Jeroen Speybroeck, Anton Stumpel, Wouter Beukema, Bobby Bok, Raymond Creemers, Jeroen van Delft, Henk Strijbosch & Jan Van Der Voort - Reptielen Amfibieën Vissen Onderzoek Nederland, Namenlijst Europese amfibieën en reptielen - jaargang 18, nummer 4. Gearchiveerd op 27 juni 2023.
  4. a b Peter Uetz & Jakob Hallermann, The Reptile Database - Eryx jaculus.
  5. a b International Union for Conservation of Nature and Natural Resources - Red List, Eryx jaculus - IUCN Red List. Gearchiveerd op 31 juli 2021.
  6. Michael Chinery. Encyclopedie van de Natuur, Pag: 110.

Bronnen

  • (en) – Peter Uetz & Jakob Hallermann - The Reptile Database – Eryx jaculus - Website Geconsulteerd 11 februari 2021
· · Sjabloon bewerken
Soorten slangen in Europa
Wormslangen (Typhlopidae):slanke wormslang (Typhlops vermicularis)
Boa-achtigen (Boidae):kleine zandboa (Eryx jaculus)
Toornslangachtigen (Colubridae):gladde slang (Coronella austriaca) · zuidelijke gladde slang (Coronella girondica) · Dolichophis caspius · pijlslang (Dolichophis jugularis) · Eirenis modestus · vierstreepslang (Elaphe quatuorlineata) · Elaphe sauromates · Algerijnse toornslang (Hemorrhois algirus) · hoefijzerslang (Hemorrhois hippocrepis) · Hemorrhois nummifer · Balkantoornslang (Hierophis gemonensis) · geelgroene toornslang (Hierophis viridiflavus) · Macroprotodon brevis · mutsslang (Macroprotodon cucullatus) · adderringslang (Natrix maura) · ringslang (Natrix natrix) · dobbelsteenslang (Natrix tessellata) · Platyceps collaris · Platyceps najadum · trapslang (Elaphe scalaris) · katslang (Telescopus fallax) · Zamenis lineatus · esculaapslang (Elaphe longissima) · luipaardslang (Elaphe situla)
Adders (Viperidae):Pallas' groefkopadder (Gloydius halys) · Levantijnse adder (Macrovipera lebetina) · Macrovipera schweizeri · hagedisslang (Malpolon monspessulanus) · kleinaziatische adder (Vipera xanthina) · zandadder (Vipera ammodytes) · aspisadder (Vipera aspis) · gewone adder (Vipera berus) · Wipneusadder (Vipera latastei) · Vipera renardi · Vipera seoanei · spitssnuitadder (Vipera ursinii)