Quotiëntregel

De quotiëntregel is een formule om de afgeleide van een quotiënt van twee functies te bepalen.

Neem aan dat de functie f ( x ) {\displaystyle f(x)} geschreven kan worden als f ( x ) = g ( x ) / h ( x ) {\displaystyle f(x)=g(x)/h(x)} met h ( x ) 0 {\displaystyle h(x)\neq 0} en dat g {\displaystyle g} en h {\displaystyle h} beide differentieerbaar zijn, dan geldt

f ( x ) = ( g ( x ) h ( x ) ) = g ( x ) h ( x ) g ( x ) h ( x ) ( h ( x ) ) 2 {\displaystyle f'(x)=\left({\frac {g(x)}{h(x)}}\right)^{\prime }={\frac {g'(x)h(x)-g(x)h'(x)}{\left(h(x)\right)^{2}}}}

De volgende verkorte notatie is eveneens gebruikelijk:

f = ( g h ) = g h g h h 2 {\displaystyle f'=\left({\frac {g}{h}}\right)'={\frac {g'h-gh'}{h^{2}}}}

Ook wordt wel het volgende ezelsbruggetje gebruikt:

f = n a t t a n n 2 {\displaystyle f'={\frac {nat-tan}{n^{2}}}}

Hierin staat "nat" voor "noemer keer afgeleide teller" en "tan" voor "teller keer afgeleide noemer" en "n²" voor het kwadraat van de noemer.

Bewijs

Het bewijs maakt gebruik van de productregel en van de kettingregel:

f ( x ) = g ( x ) h ( x ) = g ( x )   ( h ( x ) ) 1 {\displaystyle f(x)={\frac {g(x)}{h(x)}}=g(x)\ (h(x))^{-1}}
f ( x ) = ( g ( x ) ( h ( x ) ) 1 ) = g ( x ) ( h ( x ) ) 1 + ( 1 ) g ( x ) ( h ( x ) ) 2 h ( x ) = g ( x ) h ( x ) g ( x ) h ( x ) ( h ( x ) ) 2 {\displaystyle f'(x)={\big (}g(x)(h(x))^{-1}{\big )}'=g'(x)(h(x))^{-1}+(-1)g(x)(h(x))^{-2}h'(x)={\frac {g'(x)h(x)-g(x)h'(x)}{(h(x))^{2}}}}

Voorbeelden

Voorbeeld 1

Beschouw f ( x ) = ( x 2 3 x ) / ( x 1 ) {\displaystyle f(x)=(x^{2}-3x)/(x-1)} . Toepassen van de quotiëntregel levert

f ( x ) = ( x 2 3 x x 1 ) = ( x 2 3 x ) ( x 1 ) ( x 2 3 x ) ( x 1 ) ( x 1 ) 2 {\displaystyle f'(x)=\left({\frac {x^{2}-3x}{x-1}}\right)^{\prime }={\frac {(x^{2}-3x)^{\prime }(x-1)-(x^{2}-3x)(x-1)^{\prime }}{(x-1)^{2}}}}
= ( 2 x 3 ) ( x 1 ) ( x 2 3 x ) ( x 1 ) 2 {\displaystyle \quad ={\frac {(2x-3)(x-1)-(x^{2}-3x)}{(x-1)^{2}}}}
= x 2 2 x + 3 ( x 1 ) 2 {\displaystyle \quad ={\frac {x^{2}-2x+3}{(x-1)^{2}}}}

Voorbeeld 2

Beschouw g ( x ) = e 2 x / sin ( x ) {\displaystyle g(x)=e^{2x}/\sin(x)} . De afgeleide wordt dan

g ( x ) = ( e 2 x sin x ) = ( e 2 x ) sin x e 2 x ( sin x ) sin 2 x = e 2 x ( 2 sin x cos x ) sin 2 x {\displaystyle g'(x)=\left({\frac {e^{2x}}{\sin x}}\right)^{\prime }={\frac {\left(e^{2x}\right)^{\prime }\sin x-e^{2x}(\sin x)^{\prime }}{\sin ^{2}x}}={\frac {e^{2x}(2\sin x-\cos x)}{\sin ^{2}x}}}

Voorbeeld 3

Beschouw een functie k ( x ) = g ( x ) h ( x ) g ( x ) h ( x ) h ( x ) 2 {\displaystyle k(x)={\frac {g'(x)h(x)-g(x)h'(x)}{h(x)^{2}}}} . De afgeleide wordt dan

k ( x ) = ( g h g h ) h 2 ( g h g h ) 2 h h h 4 . {\displaystyle k'(x)={\frac {(g''h-gh'')h^{2}-(g'h-gh')2hh'}{h^{4}}}.}

Deze formule kan men gebruiken voor de tweede afgeleide van de functie f ( x ) = g ( x ) h ( x ) {\displaystyle f(x)={\frac {g(x)}{h(x)}}} .