Taza

Voor de gelijknamige provincie, zie Taza (provincie).
Taza
تازة
ⵜⴰⵣⴰ
Plaats in Marokko Vlag van Marokko
Taza (Marokko)
Taza
Situering
Regio Taza
Coördinaten 34° 13′ NB, 4° 1′ WL
Algemeen
Inwoners
(2014)
148.456
Foto's
Portaal  Portaalicoon   Afrika

Taza (Berbers: ⵜⴰⵣⴰ, Arabisch: تازة) is een stad in het noordoosten van Marokko in de Taza-corridor, een bergpas waar het Rifgebergte- en Midden-Atlasgebergte samenkomen. Taza is de hoofdstad van de gelijknamige provincie. De stad telde in 2014 zo'n honderdvijftigduizend inwoners.

Naam

De naam van de stad komt van het Tamazight "Tizi", wat "De pas" betekent, verwijzend naar de ligging tussen de twee gebergtes.

Bevolking

De stad wordt bevolkt door verschillende berberse stammen

De Gzennaya, De Branes en De Ait Ghiata

De Gzennaya behoren tot de Sanhaja, de Ait Ghiata behoren tot de Zenata, en de Branes behoren tot verschillende berberstammen. De Branes behoren tot een van de oudste berber groepering. De Branès, ook wel Baranis of Baranès genoemd, zijn een van de twee historische takken van het Berbervolk. Volgens de genealogische hypothese van historicus Ibn Khaldoun is de andere tak de Botr-groep. Volgens Ibn Khaldoun bestaan de Branes uit zeven grote stammen: de Azdadja (waaronder de Ghomara's), de Masmouda van de Hoge Atlas, de Awerba van de Aurès, de Adjica, de Kutama, de Sanhaja en de Awrigha. Sabec ibn Soleimani voegt de Lemta (of Lemtouna), Heskoura en Guezoula toe aan deze lijst. Branès is de zoon van Mazigh. Ze staan vooral bekend om hun strijd, onder leiding van (Aksel) Koceïla, tegen de islamitische verovering van de Maghreb door de Arabieren in de zevende eeuw.

De stam is verwant aan de Riffijnen en bestaat uit vier fracties: de Awerba, de Taifa, de Beni Bouyahla en de Beni Fekkouss. Er is hedendaags weinig informatie beschikbaar over de historische branes.

De Ait Ghiata stonden bekend om hun veroveringen. De Ait Ghiata waren machtige en zeer gevreesde krijgers op paarden die berucht staan in de geschiedenis van Marokko en Taza, de naam Ghiata zou bevrijders moeten betekenen. Hassan I besloot de Ghiata te straffen. Op 20 juli 1876 lanceerde hij zijn troepen tegen de Ghiata-fractie van de Ahel Chekka, maar hij faalde ernstig. Zijn troepen werden in een hinderlaag gestokt op een moeilijk terrein. De sultan verloor daar bijna zijn vrouwen, en verloor daar zijn bagage en het grootste deel van zijn uitrusting. De Franse ontdekkingsreiziger heeft het over deze gebeurtenis. Charles de Foucauld verbleef in 1883 in Taza.

"Zo'n zeven jaar geleden wilde Moulei el Hassan hun onderwerpen; hij marcheerde tegen hun doormiddel van een leger: zijn troepen werden op de vlucht gezet; hij zelf werd zijn paard gedood; hij vluchtte te voet en niet zonder moeite van het slagveld.' Het verhaal gaat onder meer over de bezetting van de stad door de Ghiata's, die de bevolking door 'terreur' heersen. Charles de Foucauld vertelt over hun felle onafhankelijkheid, die volgens hem spreekwoordelijk is geworden: 'Ze hebben geen God of sultan. ze kennen alleen het poeder.' De Ait Ghiata beschouwden Taza altijd als hun eigendom. Volgens de beschrijving van de ontdekkingsreiziger Charles de Foucauld in 1883 rookten de Ghiata's kif, hasj, maar vooral het pikken van tabak, wat volgens hem zeer zeldzaam is in Marokko: 'Ik heb het alleen gezien bij de Ghiata's, de Oulad el Hadj's en Missour."

Hij beschrijft ook hoe ze zich kleden en stylen: 'Iedereen heeft een bloot hoofd, met een dun koord van kameelhaar of wit katoen eromheen. Ze lopen nooit alleen maar gewapend en hebben een zwaard en een geweer. De Ait Ghiata geloofde voor de islam in het jodendom, de Branes in tegendeel in het christendom.

De Branes stam & Gzennaya stam hebben meegevochten met de rifoorlog van Abdelkrim El Khattabi. Het is nog onduidelijk of de Ait Ghiata ook mee hebben gevochten omdat hun gebied wat lager ligt. De Branes en Ait Ghiata zijn echter wel gearabiseerd, en spreken tegenwoordig darija. Onder hen heb je wel nog berber sprekende clans. De Gzennaya spreken echter nog steeds berbers, hun gebied ligt net boven de Branes in het rifgebergte. De Branes zitten in het zuidelijke gedeelte van het rifgebergte en leven voornamelijk in de bergen. De Ait Ghiata zijn voornamelijk te vinden in het berg gebied van Oued Amlil (midden-atlas) maar ook in het pre rif gedeelte.

Geschiedenis

De omgeving Taza werd vanaf het einde van de zevende eeuw bevolkt door Miknasa stammen. Die vestigingen kregen de naam 'Miknasat al-Taza', om het te onderscheiden van een andere Miknasa nederzetting in de regio (het huidige Meknes). Het woord Taza komt van het Berberse 'Tizi', wat zoiets betekent als 'doorgang' of 'nauwte', een verwijzing naar de nabijgelegen Tazakloof. In 1074 werd Taza veroverd door de Almoraviden, in 1132 door de Almohaden en in 1248 door de Meriniden. Onder de Almohaden maakte de stad een sterke ontwikkeling door: zij legden er muren aan, bouwden een kasteel en een moskee (de oudste nog bestaande moskee in Taza). De Almohaden worden meestal beschouwd als de stichters van de stad. De Tazakloof bleek een te grote barrière te zijn voor de Turken, die vanuit Algerije Marokko wilden veroveren. Taza heeft vele oude verdedigingswerken en moskeeën. Er is ook een Madrasa, oftewel Koranschool uit de 14e eeuw.

Geboren

Externe links

  • Kaart van Taza[dode link]
  • (en) Taza: Hanging between the continents

Mediabestanden
Zie de categorie Taza van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.