Via Belgica

Deel van de Peutingerkaart met de Romeinse wegen in België, Nederland, Frankrijk en Duitsland
Reconstructie Romeins Keulen met linksboven de Via Belgica
Tentoonstelling over de Via Belgica in het Thermenmuseum in Heerlen. Op de achtergrond een profieldoorsnede van een deel van de weg

De heirbaan Boulogne – Keulen, tegenwoordig veelal aangeduid als de Via Belgica, was de belangrijkste Romeinse heerweg in de Lage Landen, wellicht deels al van Keltische oorsprong, gelegen tussen Boulogne-sur-Mer aan de Atlantische kust en de stad Keulen aan de Rijn. Het westelijk deel van de weg stond in de vroege middeleeuwen bekend als de Chaussée Brunehaut.

Geschiedenis

Naamgeving en historiografie

De naam Via Belgica is waarschijnlijk in 1999 door de archeologen Titus Panhuysen en Marjorie de Grooth bedacht.[noot 1] De naam is sindsdien snel ingeburgerd. Zo gebruikte Thermenmuseum-conservator Karen Jeneson de term meermaals in haar bijdrage in de driedelige geschiedenis van Limburg, die in 2015 onder auspiciën van het LGOG verscheen.[4]

De historicus Jona Lendering heeft moeite met de naam Via Belgica, wat volgens hem weliswaar correct Latijn is, maar die niet de naamgevingsconventies van Romeinse wegen volgt. De Romeinen noemden volgens Lendering hun wegen naar degenen die ze hadden gebouwd (bijvoorbeeld Via Appia, Via Egnatia, Strata Diocletiana) of anders naar de bestemming (Via Casilina, Via Portuense). Via Belgica of Via Belgicana zou dan de naam zijn geweest van een weg naar Belgica, niet – zoals hier bedoeld – door Belgica. De naam van de route dwars door België, aangelegd door Marcus Vipsanius Agrippa zou volgens Lendering Via Vipsania kunnen zijn geweest.[5]

In de middeleeuwen werd het gedeelte tussen Amiens en Tongeren Chaussée Brunehaut genoemd, naar een sage over de Frankische koningin Brunhilde van Austrasië, waaraan de aanleg en het onderhoud van de heerwegen werd gekoppeld. Zo voltooide ze volgens de sage het werk van haar man, Sigebert. Chlotharius II wilde haar land inpikken en liet haar gevangennemen. Ze werd zonder kleren op een kameel gebonden, maar na drie dagen lijden was ze nog steeds niet dood. Daarop werd ze met haar haren, een hand en een voet aan een wilde hengst gebonden. Op de plaats waar Brunhilde werd teruggevonden, werd ter herinnering de Brunhildesteen (Frans: Pierre de Brunehaut) opgericht. Dit is een menhir te Hollain (Doornik). In Bavay wordt haar veronderstelde wegenbouwkundige activiteit sinds 1872 herinnerd met een monumentje, dat ongeschonden een bombardement tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft doorstaan.

Begin 19e eeuw speelde Martin Cudell (1773-1845), die gezien wordt als Limburgs eerste archeoloog, een belangrijke rol in het onderzoek naar het tracé van de weg in Belgisch en Nederlands-Limburg. Zo toonde hij aan dat de weg bij Rimburg, zijn geboortedorp, de Worm was overgestoken. Zijn pionierswerk werd voortgezet door de priester-archeoloog Jos Habets (1829-1893).[6]

Oudheid

De weg werd omstreeks 10 v. Chr. door de Romeinen aangelegd als heirbaan, hoewel delen ervan wellicht reeds deel uitmaakten van een Keltische handelsroute.[noot 2] Daarop zou ook de plaatsing van grafheuvels uit de Bronstijd en IJzertijd wijzen. Toen Julius Caesar in 57 v.Chr. de Belgae aanviel, volgde hij wellicht deze route, reden waarom sommigen vermoeden dat de Slag aan de Sabis plaatsvond op de kruising van de Selle met deze weg, in en vlak bij het huidige dorp Saulzoir. Ook tijdens de Bataafse Opstand werd deze weg gebruikt door Romeinse troepen.

De oude weg was niet alleen economisch belangrijk voor de Kelten, maar later ook voor de verplaatsing van de Romeinse legioenen en hun bevoorrading. Daartoe werd in het vruchtbare Haspengouw de oudste stad van België, Tongeren, gesticht, op de kruising van deze weg met de Jeker. Vanuit dit legerkamp werden de soldaten die de Rijngrens bewaakten bevoorraad met graan uit Haspengouw. Boulogne-sur-Mer was de belangrijkste haven om naar Britannia te reizen, Keulen was een belangrijke stad aan de Rijngrens. Langs de weg werden Romeinse villa's, nieuwe nederzettingen en tumuli (grafheuvels) gebouwd. In 333 werd nabij de brug te Maastricht een Romeins castellum gebouwd om de belangrijke Maasovergang te beschermen. De Via Belgica liep hier dwars door het castellum.

Middeleeuwen en later

Na de oudheid bleef de Via Belgica steeds in gebruik tussen de belangrijkste steden zoals tussen Tongeren, Maastricht en Keulen en werden de gedeelten ervan dicht bij deze steden ook nog wel onderhouden, maar andere gedeelten raakten langzamerhand in de vergetelheid. In Zuid-Limburg wil men de Romeinse weg zo veel mogelijk opnieuw zichtbaar maken, in 2008 tekenden de gemeenten Maastricht, Meerssen, Valkenburg aan de Geul, Voerendaal, Heerlen en Landgraaf het Belvedereproject in Rimburg, met als doel het landschap en zijn geschiedenis meer bekendheid te geven. Sindsdien zijn delen van de oorspronkelijke weg onder meer in Maastricht en Voerendaal weer beter zichtbaar. In bijvoorbeeld Rimburg is tussen huisnummers 53 en 55 van de Broekhuizenstraat de sokkel van een Romeinse mijlpaal zichtbaar.

De route wordt nog altijd gedeeltelijk voor doorgaande wegen gebruikt: van Bavay tot Chapelle-lez-Herlaimont als de D932 van het Franse Noorderdepartement en de Belgische N563, en van Moxhe tot Emmaberg als de Belgische N69, N79b en N79 en de Nederlandse N278, N590 en een klein stukje van de N298. Voor de rest is de route als lokale weg in gebruik of onderbroken.

In Duitsland doorkruist de Via Belgica de bruinkoolgroeve Hambach, voordat deze groeve werd uitgegraven, is uitgebreid archeologisch onderzoek gedaan. De onderzoekers vonden dat de weg daar uit twaalf opeenvolgende lagen bestond.

Geografie

Plaatsnamen vanaf het Kanaal (links) tot aan de Rijn (rechts): Boulogne-sur-Mer, Therouanne, Arras, Cambrai, Bavay, Liberchies, Tongeren, Maastricht, Heerlen, Jülich en Keulen

Routeverloop

Het verloop van deze Romeinse weg staat aangeduid op de Tabula Peutingeriana, een middeleeuwse kopie van een 4e-eeuwse landkaart. De volgende plaatsen lagen aan de weg:

Traject Tongeren - Maastricht

Tussen Tongeren en Maastricht ligt de N79 die via Herderen en Riemst in de nabijheid van de oude Romeinse weg loopt. Tussen Tongeren en Herderen lag de Romeinse weg iets zuidelijker, en ten oosten van Herderen naar Maastricht iets noordelijker van de N79. Ten zuiden van Herderen loopt er parallel aan de N79 een weg die thans nog de naam Romeinseweg draagt. Aan de westkant van Herderen liggen even ten noorden van de Romeinsebaan twee Gallo-Romeinse grafheuvels: de Tumulus van Herderen (Vlijtingerweg) en de Tumulus van Herderen (De La Brassinnestraat).

In het zuidwesten van Maastricht in de wijk Daalhof verwijst de naam Romeinsebaan eveneens naar de weg. Binnen het tegenwoordige stadscentrum van Maastricht volgde de weg de tegenwoordige Brusselsestraat en liep vervolgens langs de noordzijde van het Vrijthof en de Grote Staat naar de Maas. Net vóór het bereiken van de rivier maakte de weg een knik naar het zuiden om pas ter hoogte van de Plankstraat weer oostwaarts te buigen. Op de noordwesthoek van het Vrijthof hebben archeologische opgravingen in 2003 aangetoond dat de weg minstens dertien keer vernieuwd is, waarvan zevenmaal in de Romeinse periode.[7] Hier bevond zich ook een Romeinse begraafplaats, die in de Merovingische tijd zou uitgroeien tot het grootste Frankische grafveld in Nederland (zie: Lijst van archeologische opgravingen op en rondom het Vrijthof).

  • Romeinse stadsmuur Tongeren
    Romeinse stadsmuur Tongeren
  • Romeinse kassei nabij Tongeren
    Romeinse kassei nabij Tongeren
  • Tumulus van Herderen
    Tumulus van Herderen
  • Model Romeinse brug Maastricht
    Model Romeinse brug Maastricht

Traject Maastricht - Heerlen - Rimburg

Ter hoogte van de huidige Eksterstraat stak de Romeinse weg de Maas over via de aldaar gelegen Romeinse brug van Maastricht. Aan de oostzijde van de Maas, nu het midden van het stroombed, liep de Romeinse weg vanaf de brug schuin naar het noorden richting het Geuldal om daar naar het oosten te gaan. Nabij de Meerssenerweg/Mariënwaard in het noordoosten van Maastricht heeft men resten aangetroffen van de weg.[8] In Houthem op de Putweg zijn er restanten aangetroffen van de Via Belgica in 2003[9]. In Broekhem (Valkenburg) zijn er langs de Cremerstraat resten van Romeinse graven gevonden. Ter hoogte van Valkenburg verlaat de Romeinse weg het Geuldal richting Walem om onderwijl langs de Goudsberg (Steenstraat) te gaan waar ooit een Romeinse wachttoren heeft gestaan (wachtpost Goudsberg). De weg liep verder richting Termaar en Voerendaal naar Heerlen. In Heerlen ligt de huidige Valkenburgerweg op de plaats waar de oude Romeinse weg gelegen heeft. In Heerlen zijn er vele vondsten gedaan en bevonden zich thermen.

Rondom het traject Maastricht - Heerlen lagen vele Romeinse villa's.

  • Terrein Villa Ravensbosch
    Terrein Villa Ravensbosch
  • Kruising in Heerlen
    Kruising in Heerlen
  • Mijlpaal van Eygelshoven
    Mijlpaal van Eygelshoven
  • Mijlpaal van Rimburg
    Mijlpaal van Rimburg

Aftakkingen

Parallel aan de Via Belgica liepen:

Noord-zuidverbindingen verbonden de weg met:

In het Maasland liepen de volgende Romeinse wegen:

Externe links

  • Omnes Viae: Via Belgica op de Tabula Peutingeriana
  • Chaussée Brunehaut ("Via Belgica")
  • Via Belgica Digitalis: Kijk, luister, lees en kom alles te weten over Romeins Zuid-Limburg
  • De romeinse heerbaan

Verder lezen

  • (fr) Corbiau, Marie-Hélène (2012): La voie romaine Boulogne-Bavay-Tongres-Cologne. Un itinéraire antique à travers l'Europe, Institut du patrimoine wallon. ISBN 287522090X
  • (fr) Mariën, Marcel Édouard (1967): Par la chaussée Brunehaut, de Bavai à Cologne, Bruxelles, Musées royaux d'art et d'histoire, 1967, 128 p. 76 ill.

Bronnen, noten en verwijzingen

  • Beirnaert-Mary, V., K. Jeneson (red.) (2011): Er was eens een weg - Wegen in de oudheid in het noorden van het Romeinse rijk (tentoonstellingscatalogus Thermenmuseum, Heerlen). ISBN 2-9819931-7-8
  • Dijkstra, M.F.P., J.P. Flamman e.a. (2004): Onderweg naar gisteren. Archeologisch onderzoek naar 2000 jaar wegopbouw langs de noordzijde van het Vrijthof te Maastricht. AAC/Projectenbureau, Amsterdam. ISBN 90-77010-46-7 (online tekst)
  • Jamar, J.T.J., 'Martin Cudell (1773-1845) en de Romeinse weg van Tongeren naar Jülich'. In: B.C.M. van Hellenberg Hubar, e.a. (red.) (1990): Maaslands melange. Opstellen over Limburgs verleden Dr. P.J.H. Ubachs aangeboden bij zijn vijfenzestigste verjaardag (Werken Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap, deel 14), pp. 182-200. LGOG, Maastricht. ISBN 90-71581-05-5
  • Jeneson, Karen (2015): 'Transformaties van land, economie en samenleving'. In: Limburg. Een geschiedenis, deel 1, Tot 1500, pp. 153-170. LGOG, Maastricht. ISBN 9789081960229
  • Panhuysen, Titus, & Marjorie de Grooth (1999): The Via Belgica, the ancient highway for goods and ideas between Rhine and Channel coast. NWMA Project Interreg IIc (online tekst op academia.edu)
  • Panhuysen, Titus (2015): 'In het achterland van Romeinse steden'. In: Limburg. Een geschiedenis, deel 1, Tot 1500, pp. 81-114. LGOG, Maastricht. ISBN 9789081960229
  • Stuart, P., M. de Grooth (1987): Langs de weg. De Romeinse weg van Boulogne-sur-Mer naar Keulen, verkeersader voor industrie en handel. Villa rustica, het Romeinse boerenbedrijf in the Rijn/Maasgebied (tentoonstellingscatalogus). Thermenmuseum, Heerlen / Bonnefantenmuseum, Maastricht

  1. Marjorie de Grooth gebruikte de naam Via Belgica nog niet in de mede door haar in 1987 georganiseerde tentoonstelling en publicatie over de weg (in het Thermenmuseum en het Bonnefantenmuseum).[1] Volgens Titus Panhuysen is de naam in 1999 door De Grooth en hemzelf bedacht in het kader van het NWMA Project Interreg IIc, dat als doel had "de revitalisering van de landschappelijke en cultuurhistorische corridor van de Kanaalkust bij Boulogne sur Mer (Frankrijk) via Henegouwen en de Haspengouw (België, Waals Gewest), de beide Limburgen (Limburg, Vlaams Gewest en Nederlands Limburg) naar het Rijnland bij Keulen (Duitsland)".[2][3]
  2. Volgens de Heerlense archeoloog en conservator Karen Jeneson werd de weg in de Romeinse periode nieuw aangelegd.[4]
  3. Maastricht wordt niet vermeld op de Peutinger kaart; de Latijnse naam is pas uit de middeleeuwen bekend.

  1. Stuart/De Grooth (1987).
  2. Panhuysen/De Grooth (1999).
  3. Panhuysen (2015), p. 112, noot 82.
  4. a b Jeneson (2015), p. 155.
  5. Jona Lendering, 'Hoe je archeologie niet moet uitleggen' op mainzerbeobachter.com, 22 juni 2012.
  6. Jamar (1990), pp. 186-188.
  7. Zie rapport Dijkstra/Flamman (2004).
  8. 'Nieuw puzzelstukje Via Belgica ontdekt in Maastricht', Archeonet, 18 oktober 2007.
  9. Pdf: Enkele stille getuigen uit de omgeving van Houthem
Mediabestanden
Zie de categorie Via Belgica van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.